Aantrekkelijke stad

Perspectiefnota in een tegenstrijdige context
Deze perspectiefnota weerspiegelt niet alleen de situatie in Almelo maar bij nagenoeg alle Nederlandse gemeenten. Enerzijds ontwikkelt Almelo (én Nederland) zich op positieve wijze en is er veel waarover wij tevreden zijn. Ook is er tegelijkertijd voldoende om bezorgd over te zijn vanwege de grote uitdagingen, die consequenties hebben voor inwoners van Almelo, voor ondernemers en maatschappelijke organisaties en voor het gemeentebestuur mede vanwege de bezuinigingen vanuit het Rijk. Voor het grijpen van kansen en voor het blijven investeren ligt ook een rol voor de Rijksoverheid, zoals blijkt uit het recente rapport 'Accentueer het verschil ' dat verscheen als verdieping op het rapport 'Elke regio telt '. In het rapport staat: "Zonder langdurige Rijksbetrokkenheid is het voor deze regio's moeilijk om – op eigen kracht – de structurele stapeling van achterstanden weg te werken"

In deze perspectiefnota herkent u de noodzaak voor een gecombineerd perspectief. In dit deel van de perspectiefnota gaan wij in op de positieve ontwikkelingen maar geven wij ook inzicht in de uitdagingen die hardnekkig van aard zijn.

Positieve ontwikkelingen, Almelo in de lift
In de afgelopen jaren hebben wij ingezet op het vergroten van de aantrekkelijkheid van onze stad en hebben we gewerkt aan een stad in balans. Onder andere op het gebied van zorg en welzijn, duurzaamheid, economie en werk en stedelijke ontwikkeling zien we duidelijke resultaten van deze inzet.

Twente in de Contourennotitie Nota Ruimte
Enschede, Hengelo en Almelo hebben samen met de provincie Overijssel de Regionale Stedelijke Investeringsagenda (RSIA) opgesteld. De agenda kijkt vooruit met een tijdshorizon tot 2030 en tot 2050. Vanuit samenhangende opgaven werken de drie Twentse steden samen, vullen elkaar aan en dragen daarmee voor een belangrijk deel bij aan de groene technologische topregio die Twente is. Realisatie van deze ambities vraagt een investering (van markt en overheden) van circa 22 miljard euro. Over de wijze waarop deze agenda moet worden gerealiseerd en de benodigde investeringen zijn we in gesprek met het Rijk. De RSIA maakt deel uit van het provinciale bod voor de nieuwe Nota Ruimte. Dit bod is zó goed door het Rijk ontvangen dat Twente in de Contourennotitie voor de Nota Ruimte is opgenomen als een regio met een potentie voor een schaalsprong. Het Rijk heeft oog voor de kracht van onze regio. Met de RSIA kan Twente een bijdrage leveren aan de nationale opgaven van onder andere wonen, landbouw en natuur, mobiliteit en werkgelegenheid. Almelo doet dat met onder meer de Spoorzone, Businesspark XL2 en Almelo Noord. Naast de economische kracht zet de regio zich ook in op het behouden en versterken van een levendige woon- en leefomgeving met voldoende dynamiek en reuring, aantrekkelijk voor nieuw talent en bedrijven. Dat vraagt om andere woon- en werkmilieus en nieuwe stedelijkheid met oog voor mobiliteit, klimaat en economie. Om de verstedelijkingsstrategie nog meer integraal te maken zorgt de RSIA ook voor een impuls aan het voorzieningenniveau op het gebied van leefbaarheid en werkgelegenheid.

Werkgelegenheid sterk toegenomen: bijna 9.000 banen in Twente erbij in 2023
Vorig jaar is de werkgelegenheid in Twente met 2,6 procent gestegen. In 2022 was dat 3,1 procent. In 2023 telde Twente 346.510 banen, dat waren er 8.930 meer dan in 2022. Het aantal vestigingen is ook toegenomen en bedraagt 64.500, dat is 3.340 (+5,5 procent) meer dan een jaar eerder. Sinds 2014 – het jaar dat de economie zich voorzichtig kantelde van crisis naar herstel – heeft de Twentse economie elk jaar een banengroei gerealiseerd. Van de 15,7 procent banengroei zijn vier op de tien banen de laatste twee jaar ontstaan.

Ten opzichte van 2022 is het aantal banen in alle veertien gemeenten in Twente gestegen. Veruit de grootste absolute groei heeft plaatsgevonden in Enschede (+2.700 banen), gevolgd door Almelo (+1.690 banen). Over een periode van tien jaar bezien hebben beide gemeenten ook de grootste bijdrage in de regionale banengroei. Uit de onderstaande diagram is ook af te lezen dat in met name Almelo, Enschede en Hengelo de procentuele groei van vestigingen de procentuele groei van banen overtreft.

Procentuele ontwikkeling aantal banen en vestigingen, Twentse gemeenten (2022-2023)

bron: KennispuntTwente_WerkgelegenheidTwente_2014_2023.pdf

Werken aan weerbaarheid, veerkracht en kansengelijkheid
Binnen het sociaal domein wordt vanuit de programma's Zorg en veiligheid en Sociaal en Vitaal toegewerkt naar een doorlopende lijn van preventie tot nazorg op dezelfde thema’s: weerbare en veerkrachtige inwoners en het vergroten van de kansengelijkheid voor onze jongeren.

Inzetten op kansengelijkheid gebeurt in Almelo onder andere door binnen het project Rijke Schooldag samen met het onderwijs en diverse andere partners in te zetten op een bredere dan alleen cognitieve ontwikkeling van jongeren. Het Rijk zet hier sterk op in met de regeling School en Omgeving, van waaruit we leerlingen in staat stellen om zich verder te ontwikkelen op het gebied van cultuur, oriëntatie op jezelf en de wereld, sport en sociale vaardigheden. Zo'n 350 jongeren namen in 2022 en 2023 deel.

In brede zin zetten we voor het versterken van weerbaarheid, veerkracht en kansengelijkheid bovendien sterk in op preventie op het gebied van gezondheid, zowel fysiek als mentaal, en vitaliteit. Denk aan de inzet van de Leefstijlmakelaar maar ook aan de acties op het gebied van eenzaamheidsbestrijding. Komende jaren zetten we bovendien onder projectleiding vanuit Twentse Koers, gefinancierd uit het Integraal Zorg Akkoord (IZA), in op het ontwikkelen van een ecosysteem mentale gezondheid in Almelo. Hiermee worden inwoners van Almelo beter, anders en eerder geholpen als ze psychisch vastlopen. Lopen inwoners desondanks dusdanig vast dat er sprake is van onbegrepen gedrag, dan helpt de mede vanuit Almelo ontwikkelde werkwijze Streettriage bij het voorkomen van escalatie en het (sneller) inzetten van de passende interventie(s).

Renovatiedeal voor 7.000 huur- en koopwoningen in de drie Twentse steden
Almelo, Hengelo en Enschede pakken versneld energiearmoede aan. Samen met zes woningbouwcorporaties en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben we de ‘Renovatiedeal Twente’ getekend. In de drie Twentse steden kampen in totaal 14.000 inwoners met energiearmoede door slecht geïsoleerde woningen. Met de Renovatiedeal worden 7.000 huur- én koopwoningen verduurzaamd. De Renovatiedeal sluit naadloos aan op het recente rapport 'Accentueer het Verschil ' waarbij de aanpak van energiearmoede wordt gezien als één van de manieren om achterstanden in regio’s weg te werken.
De komende twee jaar start in elk van de drie gemeenten een pilot van de Renovatiedeal, waarna verdere opschaling volgt. In Almelo start de pilot, voor sociale huur- en particuliere woningen, samen met Beter Wonen in de Aalderinkshoek. Het door ons ontwikkelde ontzorg-aanbod voor eigenaar-bewoners met een smalle beurs zetten wij in deze pilot in om een collectieve verduurzamingsaanpak vorm te geven.

Woningeigenaren met een smalle beurs ervaren belemmeringen om hun woning te verduurzamen
De bouwadviseur biedt woningeigenaren met een smalle beurs een praktisch handelingsperspectief. De bouwadviseur helpt met het opstellen van een verduurzamingsplan, met zoeken naar leningen/subsidies en ondersteunt bij het opvragen en beoordelen van offertes. Een duurzame woning moet voor alle inwoners binnen handbereik komen. Dat is goed voor het klimaat, voorkomt een hoge energierekening, verbetert het binnenklimaat en verkleint de afhankelijkheid van aardgas. Verduurzaming - en aardgasvrij maken - van de bestaande woningvoorraad, zowel particulier als (sociale) huur, vraagt een flinke investering.

Extra subsidieaanvraag ingediend voor circa 1.600 woningen
Almelo en Enschede hebben ook de zogenaamde MEER-aanvraag ingediend. MEER staat voor Meerjarige Experimenten Effectieve Renovatiestromen. Daarvoor stelt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties maatwerksubsidie beschikbaar voor een beperkt aantal samenwerkingsverbanden die grootschalige renovatieprogramma’s met een gestandaardiseerde en industriële aanpak gaan uitvoeren. In Almelo en Enschede is een aanvraag ingediend voor 15 miljoen euro.

Lange adem en langjarig gezamenlijke inzet noodzakelijk: relatieve stijging, maar werk aan de winkel
Almelo behoort over de periode 2014-2023 tot de relatieve stijgers op het gebied van woonaantrekkelijkheid. De relatieve woonaantrekkelijkheid van Almelo is in de periode 2014-2023 gestegen; vooral door verbeterde veiligheid. We presteren daarin beter dan de andere steden. Tegelijkertijd staat Almelo nog steeds op plek 46 in vergelijking met de 50 grootste steden van Nederland. De woonaantrekkelijkheid van een stad wordt bepaald door bereikbaarheid van banen, het voorzieningenniveau, veiligheid, de woonomgeving en tot slot de bereikbaarheid van én variatie in universitaire opleidingen.

De zwaarstwegende indicator is de baanbereikbaarheid/agglomeratiekracht (dat wil zeggen de bereikbaarheid van banen binnen een acceptabele reistijd). Ondanks de goede cijfers van Twente op het gebied van werkgelegenheid, speelt onze landelijke, perifere ligging hier een rol. Voor Twente en voor Almelo neemt daarmee het relatieve belang van stedelijke voorzieningen (ten opzichte van de overige indicatoren) toe.

Relatieve stijgers en dalers in Nederland voor woonaantrekkelijkheid over de afgelopen 10 jaar

Sociaal-economische index
In de Atlas voor Gemeenten staat Almelo op plek 50 van de sociaal-economische index. Ook hier zien we dat Almelo behoort tot de top drie van relatieve stijgers over een periode van 10 jaar. De relatieve stijging komt vooral door een dalende werkloosheid, een positieve trend in het afgenomen aandeel laagopgeleiden en een stijgende participatiegraad van vrouwen. Rond armoede zien we, in vergelijking met andere steden, een negatieve trend. Voor de positie van Almelo op deze sociaal economische ranglijst geldt hetzelfde als voor de woonaantrekkelijkheid: Almelo is weliswaar een relatieve stijger maar kampt met hardnekkige achterstanden zoals ook blijkt uit het rapport 'Accentueer het Verschil '. Een langjarige aanpak samen met het Rijk is noodzakelijk.

Relatieve stijgers en dalers in Nederland op de sociaal economische index over de afgelopen 10 jaar

Elke Regio Telt: bevestigt noodzaak langjarige Rijksinvesteringen in stedelijk gebied van Twente
Na het verschijnen van het advies 'Elke Regio Telt ' is onderzocht hoe het komt dat welvaart en welzijn op een aantal plekken in Nederland achterblijven. Het rapport 'Accentueer het Verschil ' geeft hierin inzicht. Het rapport concludeert dat de achterstandsproblematiek in Twente een typisch stedelijk fenomeen is en dat het zich concentreert in armere buurten en wijken in vooral Almelo en Enschede. Het rapport laat ook zien dat de huidige concentraties van achterstand niet recent zijn ontstaan. In Twente heeft dat vooral te maken met de textielindustrie; vergelijkbaar met de effecten van de mijnbouw in Midden- en Zuid-Limburg. Almelo en Enschede staan al jaren hoog in de lijst van de 20 steden met de hoogste MDI-score. Een score op de zogenaamde Multiple Deprivation Index of kortweg MDI, brengt de mate van achterstand tot uitdrukking. De MDI brengt op basis van zeven domeinen (inkomen, werk, gezondheid, opleiding, huisvesting, veiligheid en woonomgeving) achterstanden op gemeentelijk en regionaal schaalniveau in beeld. De MDI heeft een belangrijke signaalfunctie voor bestuur en beleid: het laat die plekken oplichten die te maken hebben met een bovengemiddelde stapeling van achterstanden. Het rapport 'Accentueer het Verschil ' stelt dat achterstanden alleen zijn weg te werken met een langjarig gezamenlijk (investerings)programma van gemeenten en Rijk.

Top 20 gemeenten hoogste MDI-score, 2014, 2019 en 2023

bron: Accentueer-het-Verschil-vervolgonderzoek-Elke-Regio-Telt-21-2-2024-Het-PON-Telos

De domeinen die worden gemeten binnen de MDI zijn knoppen waaraan gedraaid kan worden om achterstanden duurzaam te bestrijden. In de afgelopen 10 jaar zijn opleiding, veiligheid en werk verbeterd. De structurele kwetsbaarheden liggen in ongezonde leefstijl, energiearmoede en non-participatie. Een mogelijke oplossing ligt in het combineren van de energietransitie en verminderen van de energiearmoede en het verbeteren van de gezondheidssituatie door verduurzaming van woningen.

Het onderzoek 'Accentueer het Verschil ' constateert ook dat in gebieden met een hoge achterstandsindex veel inwoners afhankelijk zijn van de sociale steun van de gemeente. Hoewel de (huidige) verdeling van de Rijksmiddelen in het gemeentefonds daarvoor gedeeltelijk compenseert lost het de structurele stapeling van achterstanden niet op. Een recente studie van TNO toont bovendien aan dat zorgkosten van huishoudens hoger zijn naarmate de energiekwaliteit van hun huis slechter is. (TNO-2023-gezondheidsrisico )

De constatering dat gezondheidsproblematiek en de stapeling van achterstanden samenhangen, sluit aan bij bekende inzichten. Het samenspel van factoren dat leidt tot de stapeling van (gezondheids)achterstanden, maakt het bovendien haast onmogelijk voor mensen om dit tij zelf te keren. We weten uit diverse onderzoeken dat de chronische stress die het leven in armoede veroorzaakt, ten koste gaat van onder andere de zogenaamde mentale bandbreedte (d.w.z. mate van rationeel denken) die nodig is om regie te kunnen voeren over het eigen leven en gezondheid. Wanneer deze vicieuze cirkel niet wordt doorbroken, kent het patroon tevens een generationeel effect. Armoede onder kinderen leidt tot een ongezonder patroon van voeding en bewegen, slechtere schoolprestaties en een grotere kans op armoede en gezondheidsproblemen in het latere leven. Hiermee is overerving van achterstanden een feit. Hieruit volgt het pleidooi van diverse onderzoekers om gezondheidsachterstanden niet als symptoom te bestrijden, maar te kiezen voor een benadering die de onderliggende kwaal van complexe ongelijkheid aanpakt. In deze benadering is de aanpak van gezondheidsachterstanden onderdeel van een herverdelingsvraagstuk: beleidsinspanningen moeten gericht zijn op een eerlijke kans op gezond leven voor iedereen.

Tweezijdige uitdagingen
Zoals u hiervoor heeft gelezen kent Almelo enkele flinke maatschappelijke uitdagingen, zoals achterstanden e.d. Ook is u bekend dat wij financiële uitdagingen hebben. De tegenstrijdige context van positieve ontwikkelingen enerzijds en stevige uitdagingen anderzijds vraagt om een uitgebalanceerde aanpak. Het college blijft in deze perspectiefnota daarom trouw aan de enkele jaren geleden ingezette lijn om gericht te investeren in de ontwikkeling van onze gemeente. Echter, om dit mogelijk te maken zijn ook besparingen noodzakelijk.

Daarnaast blijven wij ons actief inzetten voor een gezamenlijke lobby richting het Rijk (en deze indien noodzakelijk te intensiveren) om zo de druk bij het Rijk terug te leggen. Zeker in een periode waarin nog veel onduidelijk is vanwege de nog lopende formatie en waarin onze vertegenwoordigende koepels onze steun goed kunnen gebruiken.

Naar een organisatie die aansluit op actuele opgaven
De ambtelijke organisatie 'ademt mee' met de opgaven waar we als gemeente voor staan, maar evengoed met de financiële situatie van de gemeente. Om met het laatste te beginnen: in de afgelopen periode hadden we in financiële zin de wind in de rug. Daardoor hebben we de afgelopen jaren kunnen investeren in (de kwaliteit van) de ambtelijk organisatie. Om de verstedelijkingsopgave goed uit te kunnen voeren is er een geheel nieuwe eenheid Stedelijke Ontwikkeling opgezet en zijn bijvoorbeeld achterstanden in opleidingen weggewerkt.

Nu er een periode van financieel zwaar weer aankomt, beweegt de organisatie ook daarin mee. We denken dat over het geheel van onze organisatie ruimte is voor besparingen, vooral in die bedrijfsprocessen die voor de hele organisatie werken. Simpel gesteld kan de efficiëntie omhoog. We denken daarbij onder meer aan inkoop, inhuur en datagedreven werken. Door hier de besparingen te zoeken, laten we de eerdere investeringen in de kwaliteit van onze ambtelijke organisatie ongemoeid. 

Het realiseren van bezuinigingen in onze organisatie zal in stappen gaan. Vanaf het jaar 2026 over een reeks van drie jaren met stappen van telkens circa 500.000 euro per jaar. Deze stappen zijn nodig omdat aanscherping van de bedrijfsvoering ook investeringen vraagt. In bijvoorbeeld het vervangen van verouderde systemen. Soms kunnen we voor deze investeringen opgebouwde reserves inzetten, soms gaat de benodigde investering ten koste van het besparingspotentieel. Zoals voorgaand aangegeven verwachten we gedurende enkele jaren per saldo 500.000 euro per jaar te bezuinigen zonder afbreuk te doen aan de investeringen van voorgaande jaren. Met deze investeringen bouwen we verder aan een organisatie die goed voorbereid is op de grote opgaven waar we eerder in dit hoofdstuk over spraken.

Deze pagina is gebouwd op 08/02/2024 08:02:54 met de export van 08/02/2024 07:56:13